Hot news

Een namiddag 
in het Brugse Begijnhof

Samen met PETER WALDNER (Innsbruck, meer dan 55 CD's); verbonden aan het BACH-ARCHIV LEIPZIG. Hij speelt 3 PARTITA'S, BWV 825-827 uit de CLAVIER-ÜBUNG I van J.S. BACH; op een Duits klavecimbel  naar M. Mietke. Ikzelf geef een korte toelichting en vertel tussendoor 'lyrisch' over mijn kijk op (en ervaring met) Bach. Verder is er een niet te missen voorprogramma: 'SPRANKELEND BAROK' met G.P. TELEMANNS OUVERTURE in A minor, TWV55:a, door studenten van Koninklijk Muziekconservatorium Brussel. Wanneer? Zondag 21 april om 16.30u in de Begijnhofkerk van Brugge.

Mijn ontmoeting met Marie Peeters in bibliotheek Permeke  

Een ouder wordende man (67) ontmoet een jong meisje (28). De eerste, dat ben ik. Het meisje is Marie Peeters. We gaan elkaar ontmoeten in de grote zaal van de Permeke bibliotheek in Antwerpen. Gratis, voor u! Ons gesprek kan àlle kanten uit. Van Liliane Saint-Pierre tot Chantal Pattyn, van David Claerbout tot Caravaggio, van Rodin tot Rilke, van liefde tot seks, en van seks tot mystiek, en van mystiek tot Bernardo Kastrup. Wie zou zo'n uitzonderlijk moment willen missen? Ik niet Noteer de datum: donderdag 18 april, 19.30u. Permeke, Antwerpen. Wel best inschrijven via de website van de bibliotheek.  

Recensie door Jooris van Hulle

van mijn bundel 'Autocue voor lockdown' 


'Autocue voor lockdown' is een lang prozagedicht waarin Bart Stouten terugblikt op de lockdowntijd, 'een moeilijke periode voor mij (…), ik monologeerde tegen mezelf. Het was een geweten dat zich moeide met mijn bewustzijn. Het waren herinneringen die me wilden troosten. Of gevoelens die ik nooit eerder had ervaren. Toen werd het idee geboren om een autocue-gedicht te schrijven. Over wat het betekende om te lockdownen.' (uit: 'Hoe het begon', p. 5) Voor zijn bundel opteerde Stouten voor een opmerkelijke structuur: korte camera-aanwijzingen worden afgewisseld met autocue-teksten en daarop geënt de monoloog die de ik uitspreekt tegen zijn spiegelbeeld. Het zijn vooral deze beschouwende deelteksten die de lezer weten aan te spreken. Stouten heeft het over de taal ('taal is troost. Omdat ze benoemt. Omdat ze uitdrukking geeft aan dingen die er zijn, maar soms ook niet zijn.' – p. 20), hij heeft het over zijn liefde voor de muziek en de componisten die zijn lange loopbaan als radiopresentator mee hebben bepaald, over de hechte relatie tussen taal en muziek ('het grootste plezier van / schrijven is niet zozeer waart / het schrijven over gaat, maar / de muziek die de woorden maakt' – p. 33), over zijn grote literaire voorbeelden (M. Proust onder meer 'hij is er altijd, die Proust, en hij komt om de haverklap langs in mijn dromen.' – p. 26). over de liefde ('soms de liefde, de liefde / alleen om het geluk van een / relatie te verbeelden.' – p. 39). In wezen wordt de bundel gedragen door de droom die hier vanuit het spiegelbeeld wordt aangereikt, 'een uitwisseling van fictie en onverwerkte werkelijkheid, wat dromen altijd wel zijn' – p. 42). Opmerkelijk is bij dit alles het gedicht 'Soms' waarmee de bundel wordt afgesloten. Het gedicht bestaat uit disticha en kan worden gelezen als een dankwoord aan de taal. Stouten heeft het over 'die trilling in de vingertop / wanneer ik schrijf', 'jij alleen spant de kroon, jij / taal geworden tijd.' Het zijn verzen die zowel een verantwoording inhouden als het er voor de auteur op aankomt zijn schrijven een allesbepalende plaats te geven in zijn leven als de dankbaarheid verwoorden dat hij die 'trilling in de vingertop' heeft mogen ervaren.

Lezing over Haydns Zeven Laatste Woorden in Roeselare

Wil je een exclusieve avond meemaken met een exhaustieve, discursieve toelichting bij Haydns oratorium rond de Zeven Laatste Woorden? De 'kruiswoorden' zijn volgens de evangelisten de laatste woorden voor zijn kruisdood. Renaat Desmedt gaat ze theoligsch duiden. En ikzelf ga nadien alle musicologische en inhoudelijke aspecten fileren: de 'zeven laatste woorden' als (literair) genre; de Tres Horas-traditie op Goede Vrijdag in Spanje; de herkomst van de theatraliteit in die traditie; de opdrachtgever voor het auditorium; de relatie tussen de stad Cadiz en componist Joseph Haydn; de functie van de muziek, haar structuur, de spiegelvorm; het gebruik van toonsoorten en andere retorische deviezen; de vele versies enz. Afspraak in Roeselare, vrijdag 8 maart om 20u, Sint-Michielskerk (entree: 7 euro). 

Herneming causerie 'De stem van Adriaen'

Op 1 februari herneem ik in het authentiek middeleeuws stadspaleis in Brugge, Hof Bladelin, mijn causerie 'De Stem van Adriaen'. Nieuws hierover (hoe laat, hoe inschrijven enz.) volgt zeer binnenkort.

Resonanties: samenwerking met Sylvie Marie (tekst)

Wanneer? Zondag 27 augustus, 15u, kapel van de Oude Adbij Drongen. 15 euro, ter plaatse te betalen. De samenwerking met Sylvie Marie is voor mij een teruggaan naar de bron van poëzie en kunst, iets heel puurs dat plaatsvindt op het kruispunt van de levenspaden van haar en mij, de nobele en spirituele sitar-speler Jan en zijn studente Alma.De dialoog van Sylvie Marie wordt ingeleid door een raga die, naar Indische traditie, rustig meanderend alle tijd zal zoeken en ons als toeschouwer diep zal laat wegzinken naar de grondwater van het zijn, de Ganges van het bestaan. Daar zal haar tekst opborrelen. Sylvie is de moeder-geliefde, als de Indische godin Shakhti; ik symboliseer de vader en het kind, als een transfiguratie van Krishna. De twee zuilen achter ons in die on-waar-schijn-lijk mooie kapel van de abdij van Drongen symboliseren de beide pijlers van de DNA-matrix. Na de eerste raga (een kwartiertje, door Jan Baccaert) wordt, over de tampura van Alma Sheikh, Sylvies dialoog 'Resonanties' geboren. En dan een tweede raga (opnieuw een kwartiertje). Het wordt een zondagmiddag in opperste meditatie, iets wondermoois over zijn en worden, geboren worden en leven 'krijgen'. Leven van liefde. Leven van taal. Leven van zoekend vertrouwen in elkaar. Na de eerste repetitie gisteren dacht ik helemaal: Yes, dit gaat een pareltje worden. Zondag 27 augustus, 15u, kapel abdij Drongen. 15 euro, bij de ingang, alsdan. Je mag inschrijven door me een berichtje te sturen, hier via facebook. Dan bezorg ik je naam bij Jan Baccaert.

Recensie in Meander van 'Autocue voor Lockdown'

Reviewer: Tom Veys

In een era waar de Corona-epidemie sporen naliet, greep Bart Stouten de kans om het gevoel en de gevolgen van een lockdown poëtisch en uniek neer te pennen en dit in een toegankelijke taal. Autocue voor lockdown is een zoekende monoloog die uitnodigt tot dialoog. Bart Stouten (Sint-Truiden, 1956) is licentiaat-vertaler en hij was radiomaker bij Klara. Bij Uitgeverij P verschenen al eerder verschillende bundels van hem, waaronder Ongehoorde vragen (2013), Van fooi tot bankgeheim (2015), Middelheim Live (2016), Redding nabij (2020) en Bunkers (2021).

Autocue voor lockdown kan je lezen als een autobiografie in autocue, een prozagedicht met poëtische bespiegelingen. Op de zijflap staat passend 'Autocue is het proces-verbaal van een zelfonderzoek tijdens de claustrofobe lockdown-tijd'. De vorm van deze bundel is als een roltekst voor een televisiepresentator met tussenin camera-aanwijzingen die in het cursief worden afgedrukt. In die zin schrijft Bart Stouten een prozagedicht waarin zijn eigen gedachten een poëtisch spel spelen. Op de eerste bladzijden maant de dichter in een regieaanwijzing aan wat de dichter kan doen: 'Kijk recht in de camera. Recht in de spiegel.' Deze bundel combineert beide doelen. De bundel spreekt de lezer rechtstreeks aan via de camera, lees de bundel en tegelijkertijd kijkt de dichter zichzelf aan, hij houdt zichzelf een spiegel voor. Vormtechnisch zijn de regieaanwijzingen iets breder afgedrukt, ze staan in een cursief lettertype. De schuine letters en de lay-out ogen mooi en origineel. De autocuetekst is dan smaller afgedrukt. De autocuetekst en de regieaanwijzingen vormen samen het prozagedicht. Opmerkelijk is dat in de regieaanwijzingen veel poëzie te ontdekken valt, soms heel ongedwongen:

Mijn woorden, déze woorden, zijn als rimpelingen in
de vijver. Dat zijn de dromen die mijn bewustzijn even
verstoren, en dan weer wegebben in mijn herinnering.
Ze interfereren met wie ik ben, ze willen me
veranderen. Ik wil weten waar de wind vandaan
kwam. De wind die het water in beweging bracht.

Woorden en geijkte termen over de corona-epidemie, zoals derde prik, viroloog en lockdown krijgen een bijzondere plaats in deze bundel. Ze worden omkaderd door verschillende gedachten en dromen.

Bepaalde momenten zijn zo treffend dat ze wellicht in het maatschappelijke geheugen gegrift zullen blijven.

Klap voor de zorg. Doe het
minstens één keer in stilte,
elke dag, zoals vroeger heel
de straat, luidruchtig, om
acht uur 's avonds. Klap voor
je verleden, dat mee gluurt
over je schouder.

In het uitgebreide prozagedicht, wat de bundel is, kan de dichter sterk zijn persoonlijk verhaal koppelen aan poëtische, heldere beelden.

Toen ik in Borgloon woonde,
werkte ik 's nachts bij een
zwakke lamp. Nu komt het
weinige licht uit de haven om
me aan het denken te
brengen over de zwakke
lamp van toen, mijn hoofd
een polonaise van Chopin
wanneer ik, in stemmen
bemost als natte stenen, een
dialect hoor passeren, fier als
een vliegenzwam in het bos
van mijn jeugd. (…)

Bart Stouten is een dichterlijke regisseur. Hij omschrijft de kwintessens van deze bundel in zijn inleiding, hij schrijft 'Om in dit huisarrest het beste te maken van mijn gekrompen, versmalde wereld.' 'Pratend in de spiegel. Als de anchor van mijn eigen beeldenshow.'

Overigens reflecteert Bart Stouten vaak over een zoekend ik, de eigen persoon.

Kijk wat dieper in de spiegel.
Doe een aantrekkelijke
belofte. Zoals iedereen.
Dezelfde. En glimlach. Alsof
niemand ooit eerder die
woorden sprak. Glimlach
naar de camera van je 'ik'.

Denk aan de fotograaf die in je
leven kwam. Hij heeft de
jaren voor je vastgelegd.

Hier worden meerdere perspectieven aangeboden, letterlijk en figuurlijk. Vaak is er ook 'metataal' of 'metaliteratuur' in de bundel. De dichter geeft dan zijn visie op taal of literatuur:

Taal is troost. Omdat ze benoemt. Omdat ze uitdrukking geeft aan dingen die er
zijn, maar soms ook niet zijn. Taal maakt aanwezig. Taal is wondere evocatie.
Omdat ze de verbeelding een stem geeft. En in die stem veel intenser klinkt,
Echter, geloofwaardiger, dan in de kreten van de werkelijkheid die ons omringt.

Er is dus in deze bundel taal over taal, literatuur over literatuur, wellicht is dit ook een eigenschap van de schrijfstijl van deze dichter. Dit kan zowel essayistisch als poëtisch overkomen. De prozatekst kan je dan zien als een uitgesponnen gedicht over soms literaire gedachten. De dichter refereert hierbij af en toe aan een cultureel gegeven, in het volgende fragment gaat het over een filosofische intertekstualiteit: 'Socrates geloofde in een gezond, geestelijk, onderzocht leven. Ik geloof in mijn nauwkeurig bijgehouden verzen. Deze bundel, waarin ik mijn droom of dromenreeks vertel, is zodoende een uitwisseling van fictie en onverwerkte werkelijkheid, wat dromen altijd wel zijn.'

De dichter denkt dus vooral na over taal en poëzie, een citaat uit de bundel verduidelijkt: 'Ondraaglijke spanning van existentiële onvoorspelbaarheid is poëzie. (…) Een galopperend paard zonder controle over de tijd is poëzie (…) '. De dichter is – zoals eerder gezegd – zoekend en af en toe eenzaam, wat niet vreemd is in een lockdown. De schrijver-dichter is 'de man met zijn weerbarstig proza, altijd uit een onverwachte hoek.' De dichter zegt: 'Mijn gedichten zijn een droomverslag over het leven als een aaneenschakeling van kleine nachtmerries en nog een paar bizarre dromen die je elders niet kwijt kan. Vreemde gedachten bundel ik hier.' Sommige aanwijzingen lijken bovendien op een ready-made, heel poëtisch in de klankrijkdom met leuke gedachtesprongen: 'En zeg dat je terugkomt na / de reclame. Who took my / badjas. Coca-cola / kerstcommercial. Lukaku lust / Kinder Bueno. Mannekes! / Vader?'

Deze bundel is een mooi voorbeeld van 'stream of consciousness', gedachten ontwikkelen nieuwe gedachten. De dichter schrijft interessante dromen aaneen. Of zoals de dichter het zelf stelt: 'Mijn eigen bedrieglijke dromen vinden altijd een excuus om lyrisch met beelden te goochelen'. Prachtig, niet? En dit vanuit een 'koortsachtig verlangen'.

'De Stem van Adriaen'

Bij uitgeverij Roer verscheen de tekst van een causerie die ik hield in het Klein Seminarie van Roeselare, op 7 mei j.l., in samenwerking met leerlingen van de school. Ik 'werd' de grote polyfonist Adriaen Willaert en blikte vooruit naar de wezenstrekken en toekomst van mijn muziek. Educatief-pedagogisch geschraagd prozagedicht, gelardeerd met speciaal voor de gelegenheid geschreven poëzie.

Mijn deelname aan een Proust-symposium van de KULeuven

Ik krijg steeds meer vragen of de Proust-workshop van de KULeuven (vrijdag 26 mei, 13-18u., met Roland Breeur, Dorine Vergote, Lut Missine, Ieme van der Poel en mijzelf) publiek toegankelijk is. Ja, dus. Locatie: Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, Kardinaal Mercierplein 2, Leuven. Wordt iets heel bijzonders, ik beloof het je!

nieuwe dichtbundel: 
'Autocue voor lockdown'

in 'Winteruur' op Canvas kondigde ik onlangs een groot prozagedicht aan: 'Autocue voor lockdown'. Dat verschijnt op 11 maart in de Zwarte Panter, Antwerpen. Inleider is prof. Dirk Rochtus van de KULeuven. Sylvie Marie en Wim Oosterlinck zijn mijn eregasten. Een avond om naar uit te kijken! Ik lees momenteel de drukproeven na en verstuur eerstdaags de uitnodigingen. Het aantal plaatsen in de galerie is beperkt. Wil je écht een zitje (voor jou en je partner)? Stuur me dan via Bartdebard39@gmail.com je naam en adres, zodat ik een persoonlijke uitnodiging kan bezorgen!  

Recensie 'Lissabon, een droomwandeling' in Kunsttijdschrift Vlaanderen door Jooris van Hulle

(FRAGMENT) Wat alles aan alles verbindt voor Stouten, is zijn liefde voor de taal, in de eerste

plaats dan de poëtische taal. Wat poëzie doet, is een plek creëren, een plek voor het

authentieke. Het Lissabon-boek is een bloemenveld van woorden, een

heel persoonlijke apologie - en toch: hoeft de poëzie wel verdedigd te worden? - aan het

adres van het dichterlijke woord. Tussen en aansluitend aan uitspraken die hij naar voren

schuift, neemt Stouten in zijn tekst ook eigen verzen op. Geen afgewerkte gedichten maar

aanzetten van zinnen die ooit nog hun plaats zullen weten te vinden een in breder

uitgewerkt geheel. Een voorbeeld: 'Om verzen wil je / vechten, als een mummie / in zijn

eeuwigheid.'

Deze week nummer 1 in De Groene Waterman

 Het slotdeel van mijn essay-trilogie, 'Lissabon, een droomwandeling', staat deze week (12-17 december 2022) bovenaan de Top 10 van (mijn favoriete boekhandel) 'De Groene Waterman' in Antwerpen.

Arpaïs Du Bois

Momenteel werk ik samen met mijn favoriete kunstenares Arpaïs Du Bois, op basis van haar dagboek-achtige schetsboeken die een unieke combinatie van woord, kleur, vorm en vervliedende indrukken zijn. Het wordt iets voor fijnproevers: een tekst vol spiritualiteit in een ontkerkelijkte samenleving. Ik houd u op de hoogte.


WAT RAAKT MIJ...? 

Herbeluister het interview van Friedl Lesage in 'Touché' (op Radio 1) 

HIER: https://radio1.be/wat-raakt-bart-stouten 


Recensie van mijn bundel 'Bunkers' door Dirk de Geest (voor Mappalibri)

Bart Stouten is als dichter altijd al een denker geweest. Hij heeft een voorkeur voor afgewogen, vaak filosofisch aandoende mijmeringen, wat van zijn teksten gedachtenpoëzie maakt. De lyrische en beeldende fragmenten vormen in feite het kader om op zoek te gaan naar een verdiept inzicht in zichzelf en in de wereld. Dat de auteur zich daarbij graag beweegt op de grens van proza en poëzie sluit bij dat streven aan, en het bepaalt in feite mee de geheel eigen toon die Stouten de afgelopen jaren in zijn werk heeft laten zien.
Ook Bunkers is van de eerste bladzijden herkenbaar. Tegelijk echter experimenteert de auteur, meer dan in zijn overige werk, met structuur en taal. De titel verwijst in meer dan een opzicht naar opsluiting en isolement. De meerstemmige tekst is ontstaan in de naweeën van een ziekenhuisopname, maar ook in volle coronatijd. Het noodgedwongen verdwijnen van de prikkels van de buitenwereld bracht bij Stouten een soort van verdiepte zelfervaring met zich mee, die deels in een soort van narcotische roes verliep. In die zin deed zich een koor aan stemmen en indrukken aan hem voor, een samenspel dat door de uitgever typografisch is vormgegeven met behulp van verschillende lettertypes en lettergroottes.In eerste instantie is er het verhaal van het heden. Het verblijf in het ziekenhuis gaat gepaard met uitspraken en instructies van dokters, en hun aanwezigheid confronteert het ik met de buitenwereld: die realiteit is op allerlei manieren aanwezig, via stemmen en nieuwsberichten maar ook via gedachten aan de politieke en de maatschappelijke uitdagingen waarvoor de epidemie de mensheid stelt. Andere verhalen gaan in op het verleden, en daarbij is het nog minder duidelijk wat realiteit is en wat droom of waan. De ontmoeting met de turnleraar in spe Pieter, brengt de onhandige jonge protagonist zelfbeheersing en inzicht bij, en tussen beiden ontstaat een bijzondere, homo-erotisch geladen band. Andere gedichten bezingen wandelingen langs de zee, de weg van de oneindigheid die tegelijk zorgt voor extra zuurstof.Die toch vrij associatieve opbouw van de tekstlagen zal misschien sommige lezers afschrikken. Anderzijds wordt op die manier onderstreept hoe associatief de menselijke geest in elkaar zit, en zo ontstaat een mozaïek aan fragmenten die zowel stilistisch als thematisch de lezer aanzet tot de eigen verbeelding. Bunkers is daardoor een bundel die de ambivalentie van het menselijke bestaan laat zien: de beperkingen en de kwetsbaarheid die in deze specifieke omstandigheden van gedwongen maatschappelijke én medische opsluiting des te sterker op de voorgrond komen, maar tegelijk ook de grenzeloze verbeelding en herinnering die de mens een gevoel geeft van mentale bevrijding. Stouten slaagt erin die ervaring overtuigend neer te zetten, en zijn stilistische bravoure zorgt voor een aantal uiterst sfeervolle maar soms ook meeslepende fragmenten.
Bart Stouten: Bunkers, P, Leuven 2021, 63 p. ISBN 9789493138438